De Narcis
Bij de geboorte van Narcissus (Gr.: Narkissos) had een ziener gezegd: 'Hij zal heel oud worden, mits hij zichzelf nooit ziet.' Dus hield men angstvallig alle spiegels uit zijn buurt. Niemand kon hem bekoren, zelfs de smoorverliefde nimf Echo had hij al bruut afgewezen. Tot hij op een dag – hij was op hertenjacht! – in het stille water van een bron keek en daar een oogverblindende jongeling zag. Narcissus was zo gevangen door deze prachtknaap dat hij alleen nog maar aan hem kon denken. Maar als hij hem wilde aanraken, week hij. Dat ging natuurlijk mis. Sommigen zeggen dat hij te ver reikte en in het water de dood vond. Anderen zeggen dat hij zichzelf uit wanhoop ombracht. Men beweert dat Aphrodite hem het eeuwige leven schonk als bloem.
De Narcis van koperen platen met brons gelast, staat er sinds het 75-jarig bestaan van het Wilhelminapark in 1994. De Meppelers kozen hem uit drie modellen, destijds tentoongesteld in het theekoepeltje. Hij is ontworpen door Onno de Ruijter (1937-2013) en gemaakt door zijn zoon Wessel (1963). Wessel: "Vooraf noch tijdens het plaatsen was er sprake geweest van een narcis. De Narcis is hij eigenlijk pas geworden toen hij er al stond vanwege de kelk. Alles viel op z'n plek. Het verhaal van Narcissus paste hier geweldig bij."